Juf Ria groep 1 en 2
 
(Advertentie)
(Advertentie)

- welk woord hoort in dit rijtje niet thuis?

- wat rijmt op..

- welk woord is het langst

- tegenstellingen: bijv groot- klein

- meervoudvormen: 1 haan - 2 hanen

- voorzetsels: bijv een pet zet je op- een rok doe je aan

- klappen van woorden

- communicatieoefeningen: doorfluisteren van een woord

- gehooroefening

- blij-boos spel: kl gaat uit de klas- de anderen spreken af hoe ze kijken.

Spinnetje, spinnetje spin (ene hand kriebelen in de andere)

kriebelt aan mijn kin

kriebelt aan mijn rug

en weer terug ( terug in je hand) 

 

Roets..

langs mijn been

op mijn dikke teen

met een zuchtje wind

springt ie op een ander kind!

opzegversje: 

Rupsje at, rupsje at ( loopt over arm)

at een gat in t blad ( in handpalm)

Rupsje spon, rupsje spon ( wol opwinden)

Rupsje spon een cocon

 

zingen( als "Vertel eens bloempje")

Dat is een huisje

dat is een huisje

zo zacht als satijn ( aaien) 

Dat is een huisje

Dat is een huisje

Daar sliep ik zo fijn ( slaapbeweging) 

 

opzeggen  Vlindervrij ( 3 x) ( handen gekruist en "vlinderen") 

                weg( klap in  handen)

                ben ( klap op benen)

                 jij !!! ( handen in de lucht)

 

Ken je Pietje Puk? 

Hij heeft het altijd druk

Op maandag doet hij de was

Op dinsdag maait hij het gras

Op woensdag poetst hij zn schoenen

Op donderdag moet hij z'n straatje boenen

Vrijdags stapt Pietje in bad

s zaterdags gaat hij naar de stad

en als alle boodschappen zijn gedaan

trekt Pietje Puk zn zondagse pakje aan

(Advertentie)

Foei klein poesje

moppert moesje

zit jij aan de botervloot?

Aan je bekje zit een vlekje

en een groot stuk aan je poot.

Eerst zo wit als was

dan zo groen als gras

dan zo rood als bloed

 

 

Keizer Karel had een hond

'l leg je 't woord al in de mond

Hoe heet Keizer Karel z'n hond?

 

Daar ging een mannetje over de brug

met zeven katten op zijn rug;

elke kat had zeven jongen,

Ra ra hoeveel poten erover de brug gongen .

 

 

 

Sleuteltje van zilver, sleuteltje van goud

sleuteltje van koper, sleuteltje van hout

sleuteltje van de toverkist

'k wou maar, dat ik het sleuteltje wist

sleuteltje van de grabbelton

'l wou maar dat ik toveren kon.

De moeder van een duizendpoot

is vreselijk ontevreden

want haar zoontje is zojuist

in de sloot gegleden. 

en als je even rekent

weet je wat dat betekent

Op z'n hoofd een dikke buil

en wel 1000 sokjes vuil

(Advertentie)

De neushoorn houdt van veel kabaal

maar is toch heel muzikaal

Je moet je daarom nooit verbazen

als je hem prachtig hoorn hoort blazen.

Dat doet hij (want hij heeft geen keus)

altijd en eeuwig door zijn neus.

Liefst blaast hij in de dierentuin

daar hangt dan een bordje buiten:

"De neushoorn zal zijn neus gaan snuiten"

Een brilslang van een jaar of 10

die kon ineens niet goed meer zien.

Hij gaf van schrik een gilletje

Hij was een week

geheel van streek

Nu heeft hij een nieuw brilletje.

Ver weg in het bananenland

daar liep een grote olifant

Een sprinkhaan traptje op zijn teen

De olifant riep: da's gemeen!

Kies iemand van je eigen maat

als het om tenen trappen gaat.

au au snif snif 

't kindje van de kangaroe

zit altijd in de zak

Gezellig in de zak bij moe

Zo gaat t overal mee naar toe

Dat is voor t gemak

en als ze door de regen gaan

wordt de zak met een rits dichtgedaan

Zo houden ze warme voetjes

die kleine kangaroetjes

(Advertentie)

Huisje dicht, huisje open

kijk wie komt eruit gekropen

dit ben ik en dit ben jij

buiten zijn we allebei.

 

O de regen gaat beginnen

nou dan gaan we toch naar binnen

en t wordt nu donke r buiten

laten we de deur maar sluiten. 

(wijsvingers over de hele lengte tegen elkaar, 

duimen naar achter= huisje dicht

Pinken over de hele lengte tegen elkaar,

( huisje open) 

Duimen komen naar buiten

( kijk wie komt er uit gekropen)

Duimen weer naar binnen 

( nou dan gaan we weer naar binnen)

Wijsvingers weer gesloten

(Laten we de deur maar weer sluiten)

 

Naar bed, naar bed, zei Duimelot

Eerst nog wat eten zei Likkepot

Waar zou ik het halen, vroeg Lange Jan

Uit Grootmoeders kastje zei ringeling

Dan zat ik het verklappen, zei het kleine ding. 

 

( Zelf als kleuter1960 geleerd van onze oude buurvrouw: oma Berends)

Duimelot is in het water gevallen

Likkepot heeft hem eruit gehaald

Lange Jaap heeft hem thuisgebracht

Korteknaap heeft hem in bed gelegd

en 't kleine pinkje heeft alls gezegd.

Dit is opa, die is klein en dik

Dit is oma, die breit van rikketikketik

Dit is vader, die is groot en sterk

Dit is moeder, die doet al het werk

Dit is kleine Jantje

en de hele familie is mijn handje

Tim tom Bommelebom

O wat is die jongen dom.

Zit z'n broek weer achterstevoren.

Heeft z'n zakdoek weer verloren.

Linkerschoen aan rechtervoet.

O wat dat nu toch worden met.

Tim Tom bommelebom, 

o wat is die jongen dom!

Wij hebben thuis een babietje

met kleine roze handjes

Als het lacht, kijk je in een mondje zonder tandjes

Wat gek, denk ik telkens weer.

De tandjes zijn vergeten.

Het moet toch wel heel erg lastig zijn

om zo je brood te eten.

Kriebel krabbel krupsje

ik zie een heel klein rupsje

kriebel krabbel appel

hij kruipt nu door de appel.

 

Ben je boos?

Pluk een roos,

zet 'm op je hoed,

dan ben je morgen weer goed.

Koen maak je mijn schoen?

Ja jufffrouw, ik zal het dadelijk doen!

Koen, maak je 'm ssterk?

ja juffrouw, dat is mijn dagelijks werk.

 

Koen is mijn schoen mijn klaar?

Ja juffrouw, betaal maar.

Koen, ik heb geen geld ontvangen.

Nu, dan blijft uw schoen daar hangen

want op klanten zonder geld,

daar ben ik niet op gesteld.

Dag Koen!

Dag, juffrouw zonder schoen!

 

En dan meteen uitspelen met Koen achter de toonbank en de juffrouw die met haar 'hakkenschoen' de winkel binnenkomt. 

Dikkie dikkie duim

waar ben je toch gebleven

dikkie dikkie duim

toe, zeg eens waar je zit

wip, zei dikkie

wip, wap wou

ik maak een diepe buiging

heel alleen voor jou.

(Hand als vuist, duim zit erin.

Bij "wip"komt duime tevoorschijn.

Duim schudt heen en weer bij wipwap wou.

en maakt een buigbeweging)

Hompeltje en Pompeltje, die klommen op een berg

Hompeltje is een kaboutertje en Pompeltje is een dwerg.

Ze klommen hoog tot in het topje,

en schudden, schudden met hun kopje.

Toen zijn ze de berg in gekropen

en niemand heeft ze ooit weer zien lopen.

Nu slapen ze zachtjes op een oor,

ssssst...............ik geloof dat ik ze hoor ,

 

(Advertentie)
Leren klokkijken?
Werkbladen printen of online oefenen op Klokrekenen.nl of .be.
(Advertentie)

Opzegversjes ontwikkelen het taalgevoel bij kinderen.

Door het aanleren en opzeggen van versjes worden kinderen zich bewust van klankovereenkomsten, eind- en beginrijm en ritme en oefenen ze hun taalvaardigheid (en op den duur ook het leren lezen).

Versjes trainen bovendien het auditieve geheugen en helpen om iets beter te onthouden.

Taalroutine Maak er daarom een routine van, bijvoorbeeld ‘Het versje van de week’.

Verzamel alle versjes in een map dan heb je ze altijd bij de hand.

Mijn favorieten heb ik als download op mijn website klaar staan: https://www.vouwjuf.nl/juf-janet/opzegversjes/

Te bestellen: Opzegversjes voor kleuters